dinsdag 12 juni 2007

Fragment

Hieronder vind je een fragment. Het zijn de laatste alinea's van het eerste hoofdstuk.

Van schrik stoot Elise met haar achterhoofd tegen het huisje waar ze nog steeds tegenaan zit. Een stiekem warm gevoel spreid zich door haar lichaam en langzaam reikt ze naar haar broekzak waaruit vrolijke oerwoudgeluiden klinken. Ergens beseft ze zich dat ze zo weer teleurgesteld kan worden en bijna wil ze weigeren haar telefoon op te nemen. Maar een tweede gedachte is dat ze niet voor niks in de regen op het dak is gaan zitten. Er is toch iemand die haar nodig heeft. Op het scherm verschijnt het vertrouwde gezicht van haar moeder. Met een zucht bedenkt Elise zich hoe oud haar moeder de laatste jaren is geworden. Had ze het haar moeder maar kunnen besparen. Snel neemt ze haar telefoon op en hoort de vertrouwde stem van haar moeder. Waar ze uithangt omdat ze de thuistelefoon niet beantwoordt. Er is niet echt een zinnig antwoord te geven en Elise’s onderlip begint te trillen. Snikkend vraagt ze of ze over een kwartier vanuit haar huis terug kan bellen.
Langzaam drukt Elise haar telefoon uit en kijkt dringend naar de rand van de flat. Er zijn geen hekken en ze verlangt heimelijk naar de afgrond. De diepte biedt een uitkomst waar ze op dit moment van droomt. Geen zorgen en gewoon haar vleugels uitslaan tot een onvermijdelijk maar helder doel. Ze ziet het gezicht van haar ouders en zusjes voor zich. Ze denkt aan haar taak, aan haar verhaal.

Geen opmerkingen: